De volgende functies kunnen worden opgeroepen via de toetsenbordnavigatie.
Schakel tussen menubalk, mapweergave, lijstweergave en hoofdgebied |
[Ctrl]+[F6] on Windows and Linux machines. [F6] on MacOS machines. |
Selecteer een app in de app launcher |
[Pijltje omlaag] of [Pijltje omhoog] |
Selecteer een functie, een invoerveld of een selectievakje. |
[Tab] [Shift]+[Tab] |
voer de geselecteerde functie uit |
[Enter] |
Schakel een geselecteerd selectievakje in of uit |
[Spatie] |
Schakelen tussen selectievelden |
Pijltjestoetsen |
verplaats de cursor in invoervelden |
pijltjestoetsen, [Home], [End]. |
Bladert één pagina omhoog of omlaag in de mapweergave of de lijstweergave. |
[Page up], [Page down] |
een map openen of sluiten in het mappenoverzicht |
Pijltje naar links of rechts |
selecteer elementen in de mapweergave, de werkbalk, de zijbalk of het hoofdgebied |
Pijltjestoetsen |
Sluit een pop-up of annuleer een venster |
[Esc] |
Verwijder geselecteerde e-mails, mappen of bestanden |
[Del] of [Backspace] |
Selecteer alle elementen in een lijstweergave |
[Ctrl]+[a] |
Hoofdonderwerp: De toetsenbordnavigatie gebruiken