De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard bij het opstellen van gecodeerde e-mailberichten. Geeft aan of een nieuw e-mailbericht standaard wordt gecodeerd.
Standaard ondertekening toevoegen aan uitgaande e-mailberichten. Geeft aan of een nieuw e-mailbericht standaard wordt gecodeerd.
Standaard S/MIME gebruiken voor ondertekenen en coderen.
Geeft aan of S/MIME wordt gebruikt als standaard voor ondertekenen en coderen.
PGP inline standaard ingesteld voor nieuwe berichten. Opmerking: Deze functionaliteit is alleen beschikbaar als u heeft ingeschakeld.
Geeft aan of PGP/Inline standaard wordt gebruikt voor coderen.
Gebruik deze instellingen alleen als de e-mailclient van een ontvanger PGP niet ondersteunt. Met PGP/Inline kan de ontvanger het bericht toch ontsleutelen.
Als u deze instelling gebruikt, kunt u geen e-mails in html-indeling verzenden.
Onthoud standaard wachtwoord. Bepaalt de standaard tijdsduur om Guard het wachtwoord te onthouden. U kan deze standaard aanpassen als om uw Guard wachtwoord gevraagd wordt.
Bevat functies voor het aanpassen of herstellen van het wachtwoord.
Zie Wachtwoordbeheer
Geavanceerde instellingen. Als het selectievakje is ingeschakeld, zijn de volgende opties en functies beschikbaar.
Geeft aan of een gedecodeerd e-mailbericht wordt behouden in de browser-cache in een leesbaar formaat als u een ander e-mailbericht toont of wisselt naar een andere groupware app.
Om de gedecodeerde e-mailberichten te verwijderen uit de cache schakelt u
in.sectie
Beheer uw eigen sleutels, publieke sleutels of Autocrypt-sleutels.
Zie Sleutelbeheer
sectie
Configureert het gebruik van Autocrypt voor ingekomen e-mailberichten. Maakt het mogelijk om Autocrypt-sleutels over te dragen naar andere clients.
Als u gecodeerde e-mailberichten verzend, zijn er extra opties.
Zie ook: Gegevens Coderen met Guard