Eerste Stappen

Toetsenbordinvoer

2.5.1. Toetsen en toetscombinaties

Zie ook: Algemene Beschrijving van de gebruikersinterface

De volgende toetscombinaties zijn gedefinieerd. Afhankelijk van het systeem zijn mogelijk andere toetscombinaties beschikbaar, maar deze worden niet officieel ondersteund.

Pijl boven of beneden

Selecteert een app uit de app launcher.

Selecteert elementen in de mapweergave, het lijstoverzicht of het hoofdgebied.

Beweegt de aanwijzer binnen het kalenderoverzicht of de datumselectie.

Opent of sluit een map in het mappenoverzicht.

Selecteert een menu item.

Pijl links of rechts

Beweegt de aanwijzer binnen het invoerveld.

Beweegt de aanwijzer binnen het kalenderoverzicht of de datumselectie.

Opent of sluit een map in het mappenoverzicht.

Selecteert een functie uit de werkbalk.

Pijl naar beneden

Opent een menu.

[Ctrl]+[a]

Selecteert alle objecten in het lijstoverzicht.

[Ctrl]+[F6] op Windows en Linux systemen, [F6] op MacOS systemen

Schakelt tussen menubalk, mapweergave, lijstoverzicht en hoofdgebied.

[Del], [Backspace]

Verwijderd het geselecteerde object.

[End]

Beweegt de aanwijzer naar het einde van de regel in het invoerveld.

[Enter]

Voert de gekozen functie uit.

[Esc]

Sluit een geopend menu. Sluit een pop-up. Annuleert een venster.

[Home]

Beweegt de aanwijzer naar het begin van de regel in het invoerveld.

[Page up], [page down]

Bladert één pagina omhoog of omlaag in de mapweergave of het lijstoverzicht.

Blader het kalenderoverzicht of de datumselectie, afhankelijk van de getoonde tijdsinterval.

[Space]

Schakelt het gekozen aankruisvakje in of uit.

[Tab] of [Shift]+[Tab]

Schakelt naar het volgende of vorige uitvoerbare item, b.v. een functie, een invoerveld of een selectievakje.